uitteren

uitteren
{{uitteren}}{{/term}}
I 〈overgankelijk werkwoord〉
[doen vermageren] consumer〈figuurlijk〉ronger
voorbeelden:
1   de ziekte teerde hem uit sa maladie l'a consumé
II 〈onovergankelijk werkwoord〉
[vermageren] se consumer
voorbeelden:
1   langzaam teerde hij uit il se consumait lentement

Deens-Russisch woordenboek. 2015.

Игры ⚽ Нужен реферат?

Share the article and excerpts

Direct link
Do a right-click on the link above
and select “Copy Link”